Auteur: Golan Muhyaldin
Gepubliceerd op: dinsdag 5 oktober 2021
Update op: maandag 5 december 2022
In samenwerking met en editing van: Edwin Stam, Nicky Schoonenberg, René Kneyber & Cyrilla van der Donk

Samenvatting

Om tot echte wederzijdse ontmoeting van onderstroom van gevoelens te komen heb ik door middel van de Unify-aanpak en het Mood Meter model van Bracket (2014) ontdekt wat voor emoties mijn studenten en ik op dat moment waren. Het doel was om tijdens mentorgesprekken een ritueel te verzinnen die gelijk échte emoties op tafel legt. De Unify-Aanpak kan gebruikt worden het gevoel van de student én docent op dat moment in kaart te brengen. Tijdens mentorgesprekken kan het één-op-één uitgevoerd worden. Een voorwaarde is om geen autoritaire rol aan te nemen. Anders werkt het niet voor de student om zichzelf te open te stellen. Laat juist met de vier denkstappen hieronder zien dat kwetsbaarheid kracht is vanuit de rol als mentor en professional. Wanneer de student nog geen band heeft opgebouwd of gewoonweg geen zin heeft om te zijn of haar gevoel te delen op dat moment dan kun je meteen door naar stap 4. Dit kan je als docent bij stap 0 aanvoelen of bespreekbaar maken.

  • Het begint bij stap 0, om als mentor 10 minuten in te plannen per student. In het begin kan het gesprek uitlopen gezien het de student vraagt om te reflecteren en metacognitieve denkstappen te zetten.

  • Dan start stap1, het kaderen van het energie niveau. Wanneer je zoals altijd vraagt hoe iemand zich voelt. Wanneer er alleen een ‘Goed’ of ‘Prima’ geantwoord wordt vraag je vervolgens naar het energieniveau (hoog, laag of midden). Geef wel aan dat elke emotie er mag zijn.

  • Wanneer dit gedeeld is ga je naar stap 2, het kaderen op emotie niveau. Vraag naar hoe de student de emotie zou kunnen categoriseren (aangenaam, minder aangenaam / positief of negatief).

  • De antwoorden nemen we mee naar stap 3. Na het kaderen wordt het Mood Meter model gedeeld met de student. Laat de student kiezen welk woord het meest herkenbaar is op dat moment. Wanneer een paar woorden gekozen worden kan de mentor verdiepingsvragen stellen. Dit is voor elk persoon om aan te voelen wat gepast is op dat moment en ruimte te geven aan de ander om zelf te beslissen of verdieping gegeven wil worden.

Afsluitend gaan we naar de laatste stap waarbij de mentor precies hetzelfde doet als de student op een horizontale wijze. Niet vanuit autoriteit maar vanuit oprechtheid zonder oordeel. Het is een waardevolle investering om te gebruiken zodat we stil kunnen staan in de sociaal-emotionele ontwikkeling van de student. Wanneer wij in het onderwijs en tijdens de opvoeding meer inzicht hebben in wat er onderhuids speelt bij jongvolwassenen én onszelf kunnen er meer echte ontmoetingen plaatsvinden.

Inleiding

‘Miss G, ik voel me goed vandaag’ antwoordde een eerstejaars mbo-student van niveau 2 toen ik vroeg hoe het met hem ging. ‘Goed is geen emotie’ reageerde ik met een glimlach. De student keek verbaasd en wist zich geen houding te geven. Hij trok zijn schouders op en zei: ‘Ik weet het niet’.

Tot vorig jaar oktober 2020 wist ik niet zo goed wat ik met zo’n antwoord moest doen. Als mentor tijdens één-op-één gesprekken accepteerde ik het antwoord ‘goed’ van mijn studenten, zodat ik meer tijd had om dingen zoals gemaakte opdrachten en afspraken te bespreken. Wat zou er gebeuren als ik de ‘Goed’ niet zou accepteren in de relatie met de student? In dit artikel ga ik hierop in. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft 15% van de jongeren in september 2021 een depressie, burn-out, een vorm van angst, enzovoorts. Een deel van deze jongeren zit op het mbo. Hoe kun je als mentor mogelijke problemen tijdig herkennen en studenten vanuit jouw rol als mentor vergezellen?

In dit artikel wordt er beschreven hoe de Unify-Aanpak gebruikt kan worden om tijdens mentorgesprekken verdieping te geven aan de verbinding en vertrouwen tussen de student en mentor. Weten waar iemand zit in zijn/haar gevoel is een sterke start van ieder gesprek en samenwerking. Het beoogt resultaten zoals hoe Ik als mentor kan beter problematiek kan herkennen waar de student mee worstelt en weet waar ik aandacht aan kan schenken.

Met behulp van theorie van P. Mulder (2014), M. Bracket (2014), vertaald door E. Stam (2020) , ga ik je in dit artikel meenemen in, hoe ik met het Mood Meter Model, mijn één-op-één gesprekken als mentor heb ontworpen om tot echte ontmoeting te komen en hieruit inzicht krijgen in hoe ik mijn mentorstudenten kan vergezellen in hun leerproces. Om dit artikel zuiver in essentie te houden worden er geen namen of schoolafdelingen gedeeld. Wat ik graag met alle mentoren wil delen is mijn ontwerp, mijn ervaringen en de resultaten om zo iedereen op weg te helpen die graag de persoon achter de student wil leren kennen. 

Achtergrondinformatie

Ik ben docent op het ROC. Daar geef ik als docent Engels les en ben ik mentor. In mijn afdeling is het heel normaal dat iedereen een mentor is van een klas. Het is een standaard en wordt in het begin in duo’s gedaan. In mijn geval had ik twee mentorklassen van twee verschillende afdelingen. Gezien daar veel schakelwerk voor nodig is, was ik bang om een student ‘over het hoofd’ te zien. Als mentor had ik ongeveer 40 tot 50 studenten die ik tijdens de pandemie wekelijks online sprak. Soms via de telefoon en soms via een videogesprek. Het was ongelofelijk moeilijk om echt inzicht te krijgen in hoe mijn mentorstudenten zich voelden. Hier en daar maakten ze opmerkingen zoals: ‘Ik ben eigenlijk vier van de zeven dagen alleen thuis.’ Of: ‘Ik slaap de hele dag, kom mijn bed niet uit’. Ik ging er niet echt op in en wist mij geen raad hoe ik precies tot mijn studenten door kon dringen en welke vorm van vergezellen ze nodig hadden op dat moment. Soms als ik klaar was met mijn online lessen of ik kwam thuis moest ik aan hen denken. Hoe kan ik mijn studenten begeleiden in deze tijden van crisis? Hoe kan ik zonder waardeoordeel  een betekenisvolle gesprek aangaan? Hoe kan ik dit simpel en klein houden?

Ik ging op onderzoek uit om deze vragen te beantwoorden. Lees hier het vooronderzoek van het Mood Meter model.

Uitvoering

De stappen een en twee zijn gesloten vragen die kaders leggen op de weg naar echte ontmoeting. Deze antwoorden leiden tot stap drie waar een variatie van emoties gekozen worden waaruit de student kan kiezen. Dit leidt tot de afsluitende stap vier waar de mentor precies hetzelfde doet om samen emotie te erkennen en herkennen van elkaar.

Stap 1

Allereerst begon ik standaard met dezelfde vraag: ‘Hoe gaat het met je?’ Wanneer de studenten vervolgens zouden antwoorden met alleen ‘Goed’, ging ik over naar de volgende stap van verdieping zonder het Mood Meter model erbij te pakken. ‘Hoe is je energieniveau op dit moment?’ vroeg ik. De meerderheid van de studenten die ik dit heb gevraagd begonnen na te denken over hun antwoord. Sommige studenten heb ik zelf gevraagd om er goed over na te denken. ‘Verwerk het maar even en denk goed na voordat je antwoord’. Wanneer de studenten met hoog, laag of in het midden antwoordden ging ik verder met de tweede stap.

Stap 2

In het begin vroeg ik bij stap twee: ‘Voel jij je aangenaam of minder aangenaam?’ zoals op het Mood Meter model geschreven. De begrippen aangenaam en minder aangenaam zorgden ervoor dat de studenten meer bedenktijd nodig hadden. Ik merkte dat de termen positief / negatief toegankelijker waren. Sindsdien vraag ik: ‘Heb je nu een positief gevoel of een negatief* gevoel?’. Dit konden de studenten namelijk sneller plaatsen dan ‘meer aangenaam en minder aangenaam’.

Voorwaarde van succes: Het is cruciaal om aan te geven dat het oké is om je soms verdrietig te voelen of te huilen. Elke emotie hoort geaccepteerd te worden. Om de veilige sfeer te behouden bedank ik de student altijd voor zijn/haar openhartigheid in het gesprek. Dit doe ik tijdens stap 2 in plaats van op het eind zodat de student merkt dat ik zonder oordeel in het gesprek zit. Dit heb ik voor elke student gedaan in de hoop dat hij of zij voelt dat in een professionele setting emoties krachtig kunnen zijn en hij of zij zichzelf kan blijven (nu én later in het werkveld).

De stappen 1 en 2 worden als het ware gebruikt om de emotie in te kaderen. Het zijn op zichzelf twee laagdrempelige vragen en ze hebben elkaar nodig om de Unify-aanpak in goede banen te leiden.

Stap 3

De volgende stap gaat door op basis van de antwoorden die gegeven zijn door de student over energie en emotie. Wanneer een student zegt: ‘Ik voel me niet hoog in mijn energie, maar ook niet heel laag’ dan doe je het volgende:

  1. Je kiest als mentor voor alle licht gekleurde woorden van de positieve of negatieve emotie (lichtrood en blauw voor negatieve emoties en lichtgroen en geel voor positieve emoties).

  2. Hier gaan studenten dus uit kiezen nadat de mentor een kleur voor hen heeft gekozen.

  3. Vervolgens krijgen de studenten de tijd om de woorden te doorzoeken om uiteindelijk een woord te kiezen dat het meest herkenbaar is op dat moment.

Wanneer een student hoge energie heeft en zich positief voelt, doe je hetzelfde als hierboven benoemd maar vanuit andere kleuren:

Dan focus je op de gele beschrijvingen van emoties. De groene woorden zijn emoties die positief zijn maar een lage energie hebben. Je vraagt de student om hier naar te kijken en de student kiest zelf uit welk gevoel het beste past.

Dit geldt hetzelfde voor de negatieve emoties die te zien zijn in blauw (lage energie) en rood (hoge energie).

Wanneer de student eenmaal een woord gekozen heeft van het Mood Meter model, krijg ik inzicht in hoe de student zich voelt en vraag ik wat de reden is voor dat gevoel. Twee redenen die ik heb gehoord tijdens de uitvoering zijn:

‘Ik voel me op mijn gemak / ontspannen omdat ik heb kunnen uitslapen vandaag’  

‘Ik ben ongemakkelijk / onrustig omdat ik vandaag op het eind van de middag mijn rijexamen heb’. 

Door het op deze manier te vragen kom ik achter de persoonlijke gedachten en prioriteiten die mijn mentorstudenten hebben. Wat er echt door hen heen gaat. Als mentor weet ik niet wat de studenten in hun persoonlijk leven doen en meemaken. Sommige studenten delen en anderen totaal niet. Wanneer ik de Unify-Aanpak vaker gebruik tijdens mentorgesppreken kom ik soms er achter dat sommige van de studenten geen goed slaapritme hebben. Een ander voorbeeld is wanneer ze een rijexamen hebben en daar zenuwachtig over zijn. Zo wordt er een verbinding gecreëerd waarin alle elementen van het leven besproken kunnen worden en niet alleen school.

Persoonlijk vraag ik altijd door maar geef ik de student de mogelijkheid om het ook niet te vertellen. Wat de student bepaald verschilt bij elk persoon, het moment dat ik dit vraag en de band die is opgebouwd tussen de mentor en student.

Stap 4

Ten slotte doe ik precies hetzelfde als mentor. Vooral om het vertrouwen verder te laten groeien en zodat studenten mij begrijpen. Ik stelde dezelfde vragen aan mezelf, hardop, zodat ik de student meeneem in mijn denkproces. ‘Hoe zit ik in mijn energie? Wat voor soort emotie is wat ik nu voel?’ Uit mijn ervaring heb ik geleerd dat mijn studenten ook oprecht willen weten hoe het met mij gaat. Wij zijn immers allemaal personen met gevoelens die vanuit beide kanten erkend willen worden in onze authenticiteit waar emoties een onderdeel van zijn. Op deze manier kan een student veel meer begrip tonen wanneer ik een moeilijke dag heb gehad en anders kan reageren. Door het samen te doen vanuit dezelfde hoogte kan mijn hoge positieve energie aanstekelijk werken voor de studenten die in een negatieve emotie zit en omgekeerd.

Vervolgacties

Emoties delen en bespreken kan tijd nodig hebben om te landen. Hieronder beschrijf ik welke vervolgstappen ik heb gebruikt om de student te ondersteunen. Deze vervolgacties geven inzicht aan de mentor zodat hij/zij de behoefte van de student op een simpele wijze duidelijk kan krijgen en tot actie kan leiden.

Executieve Functies

In het voorafgaande onderzoek die je hier kunt lezen, heb ik uitgelegd wat executieve functies zijn. Namelijk, hersenprocessen die onze keuzes bepalen als mens. Deze keuzes zien we door het gedrag van een student. Als mentor wil ik meer tijd spenderen om dieper te gaan in de achterliggende reden en emotie van een actie . De vragen hieronder hebben te maken met de executieve vaardigheden die te maken hebben met emotie en gedrag en helpen om een stap dichterbij het antwoord te komen. Vervolgvragen die ik heb gebruikt na de Unify-Aanpak geven inzicht in de mate waarin de student vaardig is in de executieve functies. Dat betekent dat ik na stap 4 van de Unify-Aanpak soms gerichte vragen stel die mij inzicht geven in hoever de studenten zijn op basis van hun emotie-regulatie, taak-initiatie, reactie-inhibitie en flexibiliteit. Het doel van stap 4 is om met mijn eigen emoties te laten zien dat de student open en transparant naar mij kan zijn. Het doel van deze vervolgstap is om de emotie te laten landen en verdiepende vragen te stellen die tot acties of een positieve mindset kunnen leiden. Deze vervolgvragen gebruik ik ook wanneer ik merk dat de student meer begeleiding nodig heeft vanuit passend onderwijs, maatschappelijke zorg en/of trajectbegeleiding. Door deze vragen van tevoren te stellen kon ik makkelijker een hulpvraag opstellen om aan een van mijn deskundige collega’s mee te geven. Hieronder de executieve functies en daarbij vragen die ik gebruik.

  • Emotie-regulatie

    • Ongeacht de emotie op dat moment door kunnen gaan met het werk op school.

      • Wat heb je nodig vandaag om door te kunnen gaan?

      • Wat ga jij in de les doen om afleiding te hebben van je (storende) emotie?

  • Taak-initiatie

    • Omgaan met afleidingen en stoorzenders terwijl je bezig bent met huiswerk.

      • Welke topprestatie wil jij vandaag op school laten zien?

      • Wat voor belofte kun jij jezelf maken om te doen wanneer je afgeleid raakt?

  •  Reactie-inhibitie

    • Nadenken voordat je iets zegt zonder overhaaste conclusies te trekken of opmerkingen persoonlijk te nemen.

      • Eerst alle feiten hebben voordat je reageert en dus niet op basis van emotie.

        • Bij wie kun je (thuis) terecht om de situatie beter te begrijpen?

        • Wil je (op school) terecht bij iemand om over de situatie te praten?

  • Flexibiliteit

    • Kunnen aanpassen aan onverwachte gebeurtenissen.

      • Makkelijk kunnen aanpassen aan wijzigingen in plannen.

        • Wat doe je wanneer je een onverwachte blije gebeurtenis hebt? Wie bel je dan?

        • Wat doe je wanneer je een onverwachte onaangename gebeurtenis hebt? Wat doe je dan?

  • Metacognitie

    • Prestaties kunnen evalueren.

      • Kunnen onderzoeken hoe iemand zichzelf kan verbeteren.

      • Situaties goed kunnen lezen en daarop aanpassen.

        • Hoe zou je iemand anders helpen die hetzelfde voelt als jij nu?

        • Wat voor invloed wil jij zijn voor een ander (ondanks dat jij je onaangenaam voelt)?

Evaluatie

Hoe meer dit routine wordt, hoe sneller de stappen uitgevoerd kunnen worden. Zo heb ik meer tijd geïnvesteerd in de eerste keer en is het na twee á drie keer oefenen veel sneller gegaan. Ik heb nu dubbel zoveel inzicht in wat er om gaat in de gedachten en gevoelens van de studenten dan voorheen. Toen het routine werd kon ik hierdoor op een ander niveau praten. De studenten begonnen te geloven dat ik zonder waardeoordeel met hen praat, waardoor de communicatie zuiverder werd. Denk aan eerlijke redenen waarom ze geen huiswerk hebben gemaakt, de gedachtegang achter hun demotivatie enzovoort. Met de Unify-Aanpak als ondersteuning kon ik vanuit verbinding de bovenstroom van acties en taken van studenten makkelijker reflecteren en hen daarop aanspreken waar nodig. Ik kwam achter situaties, die McClelland in zijn ijsbergmodel benoemt als onderstroom inzichten zoals: overtuigingen, normen & waarden, eigenschappen en motieven (P. Mulder, 2015). Aldus de gevoelens en karakter van de student. Dat wil zeggen dat ik de redenen achter de beslissing en gedrag van de student kreeg waardoor ik als mentor meer empathie en begrip kon bieden. Dat geldt eveneens hetzelfde voor de student in mijn positie als mentor.

Desondanks het succes van deze aanpak zijn er studenten geweest die hun emoties nog niet wilden delen met mij.  Hen heb ik tijd gegeven terwijl ik tijdens de gesprekken de oefening zelf heb gedaan, dus alleen stap 4. Dit bleek achteraf de reden te zijn dat deze studenten uiteindelijk wel hun emoties met mij wilden delen. In alle gesprekken waarbij de studenten minder aangename emoties deelden heb ik gevraagd waar zij behoefte aan hadden. De studenten mogen kiezen of zij willen dat ik met oplossingen kom of gewoonweg even luister. De meeste studenten wilden gewoonweg gehoord en erkend worden. Precies wat ik als mentor ook nodig had van hen. Zo heb ik geleerd en ervaren hoe ik mijn band heb kunnen versterken met mijn studenten in de tijd van een pandemie en afstand van elkaar. Namelijk door vier simpele stappen, te ontdekken wie de persoon is achter de rol van ‘student’.

Bronnen

Verleg, Verbind, Verdiep

Wil je samen met anderen praten over hun ervaringen met het werken van de Unify Aanpak? Hoe hebben zij het aangepast tot hun eigen stijl? Neem nu contact met ons op voor alle mogelijkheden voorbij jouw horizon.